Guestblog: Ontmoeting

Hij valt op. Tussen alle andere campinggasten, juist hij. Zijn manier van lopen. Pratend in zichzelf. Zijn handen gebarend. In zijn eigen wereld. Hij lijkt geen notie te hebben van zijn omgeving. En dan toch. Op weg naar het toiletgebouw loopt hij weer langs onze camperbus. “Mag ik de hond aaien?” Jazeker, dat mag. “Hoe heet ze?” Zijn gezicht is naar mij gekeerd, maar zijn ogen schieten heen en weer. Zonder mij aan te kijken. Zijn hele lijf is in beweging, zijn gewicht gaat constant van het ene been op het andere. Ik vertel dat de hond Kicky heet. “Is ze een meisje of een jongen?” Zo gaat het nog even door. Totdat ik zijn volgende vraag “Wat is het voor ras?” beantwoord. Ik vertel dat Kicky een mix is van twee rassen, omdat haar moeder was ontsnapt toen zij loops was. “Oh”, is zijn reactie en zonder plichtplegingen zoals ik die ken, staat hij op en vervolgt zijn gang naar het toiletgebouw. Pratend in zichzelf. Herkauwend, informatie verwerkend.
Ik heb de neiging hem in een hokje te plaatsen. Dat merk ik aan de vragen die in mij opkomen. Aan de conclusies die ik denk te moeten trekken. “Is hij autistisch? Hij maakte immers geen oogcontact? Och wat zal dit kind in zijn leven sociaal gezien veel meer te bevechten hebben dan anderen.” Dat soort vragen. Dat soort gedachten.
Op de terugweg doet hij onze staplaats weer aan. “Maar hoe kon haar moeder dan ontsnappen?” “Hoe oud is Kicky nu?” Na mijn antwoorden eindigt het (wederom oog-contactloze) gesprek weer net zo abrupt als de eerste keer. Ik ben nu een soort van overtuigd van mijn waarnemingen en getrokken conclusies.
Hij komt weer langs. Nu met een teil vol met afwas. “Ik moet de afwas doen.” Het klinkt blijmoedig. Ook zijn tred is uitbundig. Na mijn reactie vraagt hij hoe ik heet. Ik noem mijn naam en vraag zijn naam. Vluchtig kijkt Steff mij na zijn antwoord aan. “Nou Grietje, een fijne dag. Ik ga de afwas doen.” En weg is hij.
Ik stel mijn conclusie over zijn leeftijd bij. Steff is geen basisschoolkind, hij heeft al baardgroei. Hij moet toch al minstens een jaar of 14 zijn. En verlegen misschien? Ik bemerk nog steeds die neiging tot hokjesdenken. En kijk daar komt hij weer aan, met lege handen vanuit de richting van het toiletgebouw. Hij doet onze plek weer aan. “Ik ben de theedoek vergeten”, zegt hij vrolijk. Voordat ik kan reageren, is hij me voor met de volgende vraag. “Hoe heet je man?” Na de uitwisseling van wat informatie is hij weer plompverloren verdwenen. Om terug te komen met een theedoek en een volgende vraag.
Vlak daarna loopt hij voor de zoveelste keer vanaf het toiletgebouw terug naar de plek waar hij met zijn ouders en broertjes en zusje (zo hij heeft verteld) in een caravan verblijft. Heen en weer. “Ik moet nog een theedoek halen, want we hebben niet genoeg”, zegt hij, nog steeds even opgewekt als de eerste keer op zijn weg terug naar de caravan. We? Ik kijk naar het toiletgebouw. Daar staat Steff zijn broer. De eerste indruk die ik van hem kreeg, veroorzaakte niet de neiging tot hokjesdenken. Nu staat die broer grijnzend Steff na te kijken. Ik krijg medelijden met Steff. Wordt onze anders begaafde vriend door zijn broer gewoon gemakkelijk gebruikt als boodschappenjongen?! Inmiddels mag ik hem vriend noemen, want Steff heeft mijn man en mij eerder al laten weten dat hij blij is met ons als vrienden.
Nog meerdere malen komt Steff met vragen en verhalen. Enthousiast geeft hij uitleg over het spel dat hij met anderen speelt op internet. En hij stelt zijn hele familie aan ons voor. Hij vindt het jammer dat wij weer gaan vertrekken. “Ik kom jullie nog wel gedag zeggen, morgenochtend. Hoe laat vertrekken jullie?” “Tien uur.” En weg is hij weer. Ook wij zullen hem missen.
En ja hoor, op de ochtend van ons vertrek is hij er. Met zijn tablet. “Dag Jan en Grietje, een goede reis!” Ik krijg een hand en kort oogcontact. Jan krijgt een knuffel. “Ik ga mijn spel spelen op de tablet! Ik hoop dat de wifi-verbinding goed is vandaag!” Pratend in zichzelf loopt hij richting de campingreceptie.
Wij pakken in en rijden richting de uitgang van de camping. En daar zit hij. Puur, zonder misleidend imago. Hurkend geleund tegen de buitenmuur van de receptie. Geconcentreerd en tevreden. Zijn spel spelend. Een koptelefoon over zijn oren. Zijn hand past nog net tussen zijn voorhoofd en de tablet, als bescherming tegen de zon. Dit beeld brengt mij tranen van geluk.

Ik ging hokjesdenken, ik kreeg medelijden. Was dat allemaal nodig? Wie zou er eigenlijk in een hokje geplaatst kunnen worden? Zijn broer? Ik? Kind je hebt me geraakt. In eenvoud, in kracht. Wat een mooi, vrij, voorbeeldmens ben je. Geen hokje voor jou, maar respect. Dank je, Steff.

GH

3 gedachtes over “Guestblog: Ontmoeting

Plaats een reactie