Het pubermeisje, dat gisteravond in de hal bij de lift met haar vriendje zat te blowen, ziet vandaag toch weer iets herkenbaars als ze mijn hond spot.
“Dat is toch dezelfde? Deze die ik gisteren heb gezien? ”
Ik bevestig het maar, omdat ze deur van de lift voor me open houdt, alhoewel ik toen absoluut niet degene was die hem op dat moment uitliet.
“Dat zou zo maar kunnen kloppen” is dan ook mijn halfzachte
tegenopmerking.
Soms is het gemakkelijk om te doen alsof je weet waar het over gaat.
Groet SH